Gisteren had ik een wildproeverij op de Veluwe. Een mooie dag met mijn vijf zwagers en schoonvader in Staverden. Een boswandeling met een jager faunabeheerder, een presentatie zwijn ontweiden en damhert uitbenen en een heerlijke barbecue met (dam)hert, wild zwijn, fazant en eend plus bijpassende bieren en wijnen. Wild zoals wild kan zijn in Nederland. Maar wij van Wanderdutch beweren vegetariër te zijn… hoe valt dat te rijmen met die wildproeverij? In dit blog probeer ik uit te leggen wat voor -tariër wij zijn, hoe wij er toe kwamen en waar wij uiteindelijk mogelijk uit gaan komen.
Carnivoren
Wij in huize-Wanderdutch houden van goed en lekker eten. Wij konden smullen van een goed stoofpotje (het liefst Marokaans) of een mild stukje lamskotelet. Mijn ‘kip met kruiden’ was befaamd en je kon ons wakker maken voor goede parmaham. Langzaam aan (sinds een jaar of tien) was varkensvlees al aardig verdwenen van ons menu (behalve de parmaham en de uitgebakken spekjes). Het vlees smaakte ons simpelweg niet goed en ook kwamen toen de eerste berichten in de media dat varkensvlees (ten opzichte van ander vlees) minder gezond was (met name het antibiotica bij de varkensteelt stond ons niet aan).
Flexitariër
De hele veeteelt begon ons in de loop van de jaren wat tegen te staan. De milieubelasting van de vleesindustrie, toename van stalbranden met tienduizenden dode dieren en de hele houding van de voedselmarkt ten opzichte van vlees paste steeds minder bij onze visie op eerlijke voeding. Zodoende begonnen wij minder vlees te eten, en als we vlees aten dan wilden wij bewust en eerlijk vlees eten. Wij kochten bij een online slager en af en toe ook wild bij een jager. Het vlees was eerlijker, lekkerder en duurder, dus kon niet elke dag. Ook vis gingen wij minder eten, wij probeerden zoveel mogelijk duurzaam gevangen vis te kopen en ook daarin sloegen wij geregeld meerdere dagen over. De vegetarische dagen werden steeds talrijker. Steeds meer kwam het ‘gekweekte’ vlees niet meer op ons bord tot wij uiteindelijk enkel nog echt wild wilden gaan eten. Dieren die niet geboren zijn om op ons bord te belanden, die geen CO2 uitstoten omdat wij willen eten en die geen 10.000 liter water per kilo vlees gebruiken enkel voor onze consumptie.
Pescotariër
Ruim twee jaar geleden begon de milieubelasting van vlees ons steeds meer tegen te staan. Dat simpele stukje rundvlees van 500 gram had ruim 7500 liter water gekost. Terwijl een tomaat ‘maar’ 100 liter per halve kilo kost (en dan is de tomaat nog een grootgebruiker bij de groenten). Wild was niet altijd betaalbaar of leverbaar dus wij aten steeds vaker weken en maanden achterelkaar vleesloos. En het beviel! Wij misten steeds minder de typische vleesgerechten, vonden meer en meer heerlijke alternatieven en konden ook in restaurants, borrels en feestjes steeds makkelijker de vleesgerechten negeren. Ook de kinderen gingen makkelijk en volledig vrijwillig mee in onze groei naar een vleesloos dieet. Ook al worden zij vrij gelaten om bij anderen te kiezen voor vlees blijken zij op verjaardagsfeestjes toch vaak te vragen naar alternatieven of laten zij de hotdog links liggen.
Vis blijft echter nog op het dieet. De stap van vlees naar vega was misschien toch wat groot en wij genieten ook nog heel erg van sushi, sashimi of garnalen. Eén keer per week ongeveer eten wij dus nog vis.
Vegetariër
Ook het eten van vis begint nu af te nemen. Blijkbaar gedijen wij goed op een dierlijk eiwitarm dieet, eten we steeds minder vis, zijn er steeds meer goede plantaardige alternatieve, wordt vis steeds duurder en blijkt ook de milieubelasting van de visvangst en -teelt ook niet duurzaam te zijn. Reden te meer om ook vis te gaan vervangen door plantaardige alternatieven. Deze ontwikkeling zal zich de komende maanden doorzetten en mogelijk begin 2020 bereiken wij het punt waarop wij bij Wanderdutch 100% vegetariërs zijn.
Veganist
Als wij de raw-foodbeweging even buiten beschouwing laten is er nog één ‘overtreffende’ stap na vegetariërs en dat zijn veganisten. Na het uitsluiten van vlees en vis houden veganisten ook andere dierlijke producten buiten de deur (of beter gezegd de maagklep). Eieren en zuivel zijn de bekendste. Maar rasechte veganisten vervangen ook lerenproducten door alternatieven.
Wat gaat Wanderdutch in de toekomst doen?
Inmiddels zijn wij als gezin nu bijna volledig vegetariër. Heel af en toe nog wat vis (dat wij dus steeds minder eten) en qua overtuiging ‘mogen’ wij van onszelf nog wel eens echt wild eten. Gisteren was dus zo’n dag voor mij. Met de mannen van mijn schoonfamilie (allen carnivoren) was het idee geopperd om naar de wildproeverij te gaan. Ik ben dan niet de spelbreker en ga graag mee. Omdat ik vanuit onze overtuiging geen bezwaar heb tegen wild at ik ook graag een hapje mee. Heerlijk was dat! Ik heb zelf in het verleden ook regelmatig een fazant, konijn, forel of zalm uitgebeend. Zelfs een schaap heeft eens op onze keukentafel gelegen. Het was dus razend interessant om te zien hoe het hert werd ontleed van alle malse stukjes vlees. Dat daarna precies dat hert ook mooi gebakken op mijn bord lag was een bourgondisch hoogtepunt.
Echter kort na het eten, toen wij bij een zwager nog wat gingen naborrelen, waren ook mijn darmen begonnen met naborrelen. Alles tussen mijn bovenbenen en navel liet duidelijk weten dat het niet meer gewend was aan zo veel dierlijke eiwitten. Zonder in details te treden waren mijn darmen van slag. Ook ’s nachts thuis en de volgende ochtend had ik het idee dat mijn spijsvertering niet de oude was. Ook mijn energielevel was niet wat ik gewend was, ik was futloos en lui. Iets wat ik normaal ’s ochtend niet snel ben.
Toen ik gisteren na de borrel weer in de trein zat van Zwolle naar Utrecht keek ik op aanraden van mijn beste vriend een documentaire op Netflix: The Game Changers. Een redelijke eenzijdig belichte documentaire over sporters in diverse disciplines die buitengewone groei hadden doorgemaakt doordat zij waren overgestapt op een veganistisch dieet. In de film worden betrouwbare wetenschappers aan het woord gelaten en worden veel misverstanden over de positieve eigenschappen van vleesconsumptie weerlegd. Ook komen veel ervaringsdeskundigen aan het woord. Steeds meer werd ik overtuigd dat vlees, vis of welk dierlijk product dan ook eigenlijk helemaal niet geschikt blijkt te zijn voor menselijke consumptie.
Flexivegan
Misschien dat de combinatie van mijn arme spijsvertering, die een klap te verduren had door na twee en half jaar weer vlees te krijgen, en de pakkende propaganda uit de veganistische sportwereld mij kon overtuigen. Maar vandaag heb ik mijn ervaringen van het vleesfestijn op de Veluwe gedeeld met Annelieke en haar ook kennis laten maken met de bevindingen uit de documentaire. Vanaf vandaag gaan wij flexivegan zijn. Twee dagen in de week bewust een veganistische dag hebben. Geen enkel dierlijk product zal die dag door onze slokdarm verdwijnen. Mijn schoenen en Annelieke haar jas dragen wij wel gewoon die dag. We moeten niet te hard van stapel lopen met veranderingen.
Kan jij je scharen onder één van bovenstaande diëten, wat voor -tariër zijn jullie? En wat zijn jouw beweegredenen om juist dat te volgen? Wij zijn erg benieuwd!
Ja, dat was een leuke en heerlijke ervaring. Ondanks dat ik regelmatig vlees eet regeerderden mijn darmen ook.. Maar misschien kwam dat ok wel door het plakje cake.. (-:
Dat is waar, die cake. Of het bier… Hoewel de balkenbrij en bloedworst ook wel een tricker konden zijn. Toch zet zo’n dag me wel aan het denken, ondanks het heerlijke vlees 🙂